De Alpha zit er op. Sommigen van jullie hebben een Alpha gevolgd. Is het nu de bedoeling dat je helemaal op eigen benen kunt staan en jezelf maar moet redden? Gelukkig niet!
Ik hoop dat je een paar mooie contacten aan de cursus hebt overgehouden waar je mee verder kunt. Misschien heb je een kerk gevonden waar je je thuis voelt. Het belangrijkste is dat je een groep hebt gevonden waarmee je je geloof kunt delen of je concludeert dat je er nog steeds niet uit bent. Ook dat is belangrijk om te delen. Maar de vraag “Hoe nu verder?” behelst eigenlijk veel meer dan de vraag “Hoe verder na Alpha?”! Hoe wil ik mijn leven verder inrichten, welke rol geef ik God daarin?
Hoe ga ik verder?
Zelf ben ik al ruim 25 jaar christen en ook voor mij zijn er vaak puzzels als het gaat om de vraag hoe ik nu verder ga. Deze vraag is eentje die mij momenteel veel bezighoudt. Het is namelijk onzeker of ik mijn stage als docent volledig af kan ronden. Vanuit mijn coach zijn er wat twijfels over de haalbaarheid. Dat terwijl ik bij het begin van de studie heel duidelijk Gods leiding had ervaren. Mensen in mijn omgeving zagen het mij doen, ze zagen het enthousiasme in mijn ogen. Mijn werkgever bood mij deze kans. Ik doe bovendien al van alles en nog wat met jongeren binnen mijn kerk, dus wat wil je nog meer?
Hoe gaat God verder?
Wat wil ik nog meer of is het… wat wil God nog meer? Want ja, wie is het die het uiteindelijke recht heeft op mijn leven? Ben ik dat als schepsel van God of is het God, mijn Schepper? Als wij ergens eigenaar, maker, van zijn, snappen we dat wij het recht hebben en zo is het ook naar God toe. Dat kan verstikkend lijken, alsof je zelf geen invloed meer hebt op je leven. God doet immers wat Hij wil en ik heb me daar maar naar te schikken?
Maar ik geloof niet dat God het zo bedoeld heeft. Binnen ons gezin kennen we ook bepaalde regels, normen en waarden en bepalen we als ouders de koers van het gezin, maar onze zonen hebben wel degelijk inspraak! De structuur van het gezin biedt juist veiligheid, een thuishaven en zo kunnen we onze relatie met God ook als een rustplaats zien: Jij en ik als kleine wezens in Zijn immens grote hand. Alle ruimte om op die hand heen en weer te lopen, te vallen, maar we blijven in de palm van Zijn hand. Hoe mooi is dat om zó verder te gaan!