'Wat ik wel weet, is dat God mijn houvast is'

Nelly
80 jaar

Het is haar niet aan te zien. Nelly is tachtig jaar. Open deelt ze haar verhaal. Een veelbewogen leven, zo wordt al snel duidelijk.

Vechten

Nelly wordt 1938 geboren als oudste van drie kinderen. Ze groeit op in een christelijk gezin. Haar ouders zijn trouwe kerkgangers en zij bezoekt de zondagsschool met plezier. Na haar schooltijd werkt ze in verschillende bedrijven. Op de verkoopafdeling van Prodent ontmoet ze op achttienjarige leeftijd haar man; hij is 27 jaar. Nelly vertelt glimlachend: ‘Ik heb thuis echt voor hem moeten vechten vanwege ons leeftijdsverschil. Ook het feit dat hij in de jaren ervoor als militair in Indonesië had gevochten, was natuurlijk geen aanbeveling. Maar ik was verliefd en ik wilde dat hij een eerlijke kans kreeg. Ik heb weken niet met mijn vader gesproken om dat voor elkaar te krijgen. Uiteindelijk stemde mijn vader in met een ontmoeting en toen was het goed.’

Hartverscheurend

Ze trouwt op haar 23e. In de kerk, maar dat is niet vanzelfsprekend. Het geloof van haar man is verdwenen. Hij heeft te veel meegemaakt in Indonesië. Hun huwelijk lijdt er niet onder. Ze zijn heel gelukkig. Ze vertelt: ‘We kregen een zoon en daarna een dochter. Dolblij waren we. Maar toen onze dochter 3,5 jaar was, kreeg ze leukemie. Ze werd steeds voor een aantal weken opgenomen in het kinderziekenhuis. Hartverscheurend was dat afscheid iedere keer.’ Alle goede zorgen ten spijt, verslechtert de situatie van haar dochtertje. Er is geen behandelmethode die blijvend helpt. Na 2,5 jaar sterft het meisje. ‘Er gaat geen dag voorbij dat ik niet aan haar denk’, vertelt Nelly verdrietig.

 

'Dat hielp ons om ons verdriet te verdringen. Want verdringen was het - verwerken lukte nog niet'

Veelbewogen leven

Haar geloof krijgt een knauw. Ze vertelt: ‘Gelukkig kregen we na twee jaar nog een zoon. Dat hielp ons om ons verdriet te verdringen. Want verdringen was het – verwerken lukte nog niet.’ Als beide zoons uit huis zijn, besluiten Nelly en haar man een reis naar Indonesië te maken. Het is een beladen reis naar het verleden. Tot overmaat van ramp wordt haar man daar ziek. Uit onderzoek blijkt dat hij kanker heeft. Het is opnieuw een grote klap voor het gezin. Nelly vertelt: ‘Mijn man heeft nooit kunnen praten over zijn tijd in Indonesië. Een week voor zijn sterven zei hij opeens: “Ik wil met de dominee praten”. En de dominee kwam, vier of vijf keer. Intense gesprekken werden het over zijn veelbewogen leven, maar zo goed.’ Niet veel later overlijdt hij.

'Wat ik wel weet, is dat God mijn houvast is. Hij geeft me kracht'

Alpha Senioren

Nelly verhuist naar een woon-zorgcentrum en ontmoet daar Nynke. Ze vertelt: ‘Eens in het jaar worden de doden in de kerk herdacht. Nynke vroeg me of ik mee wilde gaan. Zo kwam ik voor het eerst sinds lange tijd weer in de kerk. We werden vriendinnen en ik ging één keer per maand mee naar een ouderengroep die zij leidde.’ Niet veel later wordt ze meegevraagd naar een Alpha Senioren. ‘Ik zat nog maar net in mijn nieuwe flat en het leek me een mooie manier om mensen te leren kennen. Wat me opviel, was dat iedereen vrijuit z’n mening mocht geven. Het was ongedwongen en gezellig. Ik heb er een goede tijd gehad. Het heeft me m’n geloof weer teruggebracht, dat was ik een beetje verloren. Ik ben dankbaar dat ik mijn geloof nooit helemaal heb verloren, want ik heb God een hoop kwalijk genomen. Ik blijf met de vraag worstelen: waarom moest onze dochter sterven? Daar heb ik nooit een goed antwoord op gekregen. Wat ik wel weet, is dat God mijn houvast is. Hij geeft me kracht.’